Door Anne de 25/09/2023
De Vermentinu is ontegenzeggelijk het meest prestigieuze witte druivenras van Corsica en de mediterrane wijngebieden. Het levert uitstekende witte wijnen op, lichtgeel van kleur met een vleugje groen, een elegante en complexe neus waarin tonen van witte en gele bloemen (meidoorn, acacia, brem) zich vermengen met wit fruit (peer, appel, kweepeer), noten (amandel), citrusvruchten en exotische vruchten. Ze hebben een zeer evenwichtige, volle en lange afdronk.
Deze druivensoort, die oorspronkelijk alleen in Zuid-Corsica werd verbouwd, wordt voor de Corsicaanse AOP-wijnen gebruikt (behalve Patrimonio en IGP Île de Beauté) en levert licht- tot goudgele wijnen op met een groene weerschijn. Ze hebben een rijk aromatisch palet van grapefruit, exotische vruchten, abrikozen, gekonfijte sinaasappel, honing en witte bloemen, dat al naar gelang de rijpingsfase van de druiven varieert. Deze aroma’s verlenen de wijnen van de Biancu Gentile een expressief, vol, evenwichtig en fris karakter.
Ook deze druivensoort hoort bij de AOP Île de Beauté (met uitzondering van Patrimonio en IGP. Hij werd oorspronkelijk alleen in het noorden van Corsica verbouwd (Nebbio, Balagne en Cap Corse). De wijnen die met de Genovese-druif worden gemaakt, zijn lichtgeel met een groene weerschijn en hebben een zeer aangename, niet al te uitbundige neus waarin witte bloemen, vruchten en citrustonen voorkomen. In de mond kunnen ze stevig en prikkelend zijn, ze zijn goed in balans en hebben een romige, volle concentratie en een fraaie afdronk.
DE CODIVARTA
Oorspronkelijk werd de Codivarta verbouwd in het gebied van Cap Corse. Wijnen van deze druivensoort hebben een lichtgele kleur met een zachtgroene weerschijn. De neus is niet heel uitbundig, maar de aroma’s zijn subtiel, type witte bloemen en wit fruit met soms citrustonen. In de mond missen ze soms wat zuur en kunnen ze een beetje vlak smaken.
De Niellucciu is de belangrijkste druivensoort van Corsica en vooral van de Patrimonio-herkomstbenaming. Wijnen op basis van de Niellucciu hebben een dieprode kleur en een rijk aromatisch palet van donkere vruchten (zwarte bessen, bramen), rode vruchten (frambozen, aardbeien), noten (geroosterde amandelen en hazelnoten), houttonen, bitter-branderige (koffie en cacao) en zelfs balsamische accenten (munt en drop). Het zijn geconcentreerde en robuuste wijnen met body die je prima een paar jaar kan bewaren. De roséwijnen hebben sterke fruittonen (rode vruchten als aardbeien en aalbessen) en zachte specerijenaccenten (kaneel). In de mond zijn ze nerveus, soms stevig.
Deze rode druivensoort komt vooral voor in het zuiden van het eiland en staat symbool voor de originaliteit van de Corsicaanse wijnen. Hij levert unieke aroma’s op van peper, zwarte bessen, kersen, drop, kaneel, framboos, sinaasappel en karamel. De wijnen hebben een robijnrode kleur, een lichte structuur, een fluweelzachte dronk en een uitzonderlijk rijk aroma. De afdronk is lang en intens. De roséwijnen van deze druif worden gekenmerkt door accenten van rood fruit, exotische vruchten, bloemen en kruiden die samen een zeer geraffineerd bouquet vormen. In de mond vertonen ze een evenwichtige mix van frisheid, zachtheid en raffinement.
DE ALEATICU
Deze druivensoort wordt al sinds jaar en dag verbouwd op Corsica, en dan vooral rond Patrimonio, in de streek van de Cap Corse en aan de oostkust. De topwijnen van deze druif zijn donkerrood met een uitbundig en origineel palet waarin muskaat, roos en lychee de boventoon voeren. In de mond zijn ze harmonieus en evenwichtig. In assemblages met andere druivensoorten zorgt de Aleaticu voor originele accenten met een bloemrijk karakter, waarin ook een vleugje muskaat kan voorkomen. Vanwege de natuurlijke aciditeit en de krachtige aroma’s is deze druivensoort heel geschikt voor het maken van zoete rode wijn. In roséwijnen zorgt de Aleaticu voor een verrassend aroma van lychee en roos.
De wijnen op basis van de Minustellu worden van oudsher in het zuiden van Corsica verbouwd (Sartène en Ajaccio) en hebben een fraai kleurenpalet van donkerrode kersen met een paarse gloed. De neus is expressief maar niet overdadig, met tonen van donker fruit (bramen, bosbessen), rood fruit (kersen), noten (amandelen) en licht kruidige tonen waarin zelfs munt en cacao of bloemenaccenten (viooltjes) kunnen voorkomen. In de mond zijn ze direct aanwezig, met de nodige tanine, maar niettemin soepel en fluwelig. Deze druivensoort kan ook worden geassembleerd met andere. Zo versterkt hij de structuur van de Sciaccarellu en verzacht hij die van de Niellucciu zonder afbreuk te doen aan hun typische kenmerken. Dit levert aangename, expressieve en evenwichtige wijnen op. Bij de productie van roséwijnen zorgt de Minustellu voor een diepgekleurde most die soms het wat bleke druivennat van andere soorten ophaalt.
Van origine werd dit druivenras geteeld in het uiterste zuiden van Corsica. Het levert kleurrijke, donkerrode wijnen op met een aroma van rood en donker fruit (zwarte bessen) en een lichte ondertoon van specerijen en planten, die doet denken aan laurier maar ook aan kreupelhout. In de mond zijn het stevige wijnen met tanine, die soms wat boers aandoen maar nooit stug smaken. Als rosé levert de Carcaghjolu Neru enigszins stevige wijnen op met zachte karameltonen en zelfs unieke kamferaccenten.
Van dit druivenras wordt zowel droge witte wijn als zoete wijn (Vin doux naturel) en mousserende wijn gemaakt. Bij geassembleerde wijnen (met een laag alcoholpercentage) zorgt hij voor aromatische accenten in neutrale wijnen. De Muscat à petit grains heeft een hoog suikerpotentieel, voldoende aciditeit en een intense, krachtige en delicate smaak. Hij wordt gekenmerkt door muskaatachtige aroma’s van rozenhout en lychee die gevarieerde fruitachtige tonen opleveren van citrusvruchten, exotische vruchten, bloemen, honing, gekonfijte vruchten, vruchtencompote en amandelen, in combinatie met accenten van verveine en citroenmelisse.
MOUSSERENDE WIJNEN OF DE KUNST VAN HET SPRANKELEN
Alle mousserende wijnen bevatten kooldioxide in de vorm van onder druk opgelost gas. Deze kooldioxide blijft in de wijn doordat de fles hermetisch wordt afgesloten en pas vrijkomt als die wordt ontkurkt. In alle Franse wijnstreken worden dit soort wijnen gemaakt volgens een aan strenge regels onderworpen procedé dat verschilt per herkomstbenamingsgebied. De bekendste mousserende wijn is champagne; crémant wordt in acht Franse regio’s geproduceerd, en dan is er nog de Vouvray. Maar in de rest van Europa en in de Verenigde Staten wordt ook mousserende wijn geproduceerd, zoals de Duitse Sekt, de Spaanse Cava, en Asti Spumante en Prosecco in Italië. Afhankelijk van de hoeveelheid druk in de fles worden de wijnen bestempeld als champagne, crémant, mousserende kwaliteitswijn, parelwijn (vin pétillant) en wijn waaraan koolzuurgas is toegevoegd (vin gazéifié). Om de zogeheten ‘prise de mousse’ te krijgen zijn er twee technieken om koolzuurontwikkeling tot stand te brengen, de ene door het toevoegen van suikers (een traditionele methode en een methode in gesloten vaten) en de andere zonder suikers toe te voegen. De traditionele ‘méthode champenoise’ wordt gebruikt voor het maken van champagne, crémant en Vouvray. Nadat de basiswijn is verkregen, vindt de koolzuurontwikkeling plaats in de fles. De basiswijn wordt gebotteld en daarna worden er suiker en gist aan toegevoegd, de zogeheten ‘liqueur de tirage’. Voor de methode van de gesloten vaten of ‘méthode Charmat’ wordt de wijn veranderd in mousserende wijn door middel van een tweede gisting in een roestvrijstalen vat van circa 700 hectoliter. Voor het verkrijgen van koolzuur zonder toevoeging van suiker wordt de ‘méthode rurale’ gebruikt, waarbij de wijn geen ‘prise de mousse’ ondergaat. De koolzuurdioxide wordt van buitenaf continu aan de wijn toegevoegd bij een constante temperatuur van -2°C. Het gas lost onmiddellijk op in de wijn.
©MasterChef N21 juillet-août-septembre 2023
©Source Mastercherf Juillet / août / septembre 2023
powered by cd-media.fr